Categorie archief: VK-blog

Beer wil meer!

‘Schaam je je soms voor mij?’ vraagt Beer enigszins gepikeerd. Ik kijk hem verbaasd aan, ‘hoe kom je daar nu toch bij!’ Hij trekt opeens een verdrietig snuitje en bromt iets in de trant van ‘ik was altijd welkom op het VK-blog, maar mag-niet meebloggen op WordPress.’ Opgelucht haal ik adem. ‘Dat is een misverstand, Beer, natuurlijk ben je hier hartstikke welkom, ik heb alleen zoveel aan m’n hoofd dat ik er niet meer aan gedacht heb om dat tegen je te zeggen. Gelukkig begin je er zelf over, ik heb er een hekel aan als mensen dingen voor me invullen zonder iets te vragen.’ Hij knikt instemmend, ‘daar hou ik ook niet van, het leven is al moeilijk genoeg zonder dat je je tegen de breinspinsels van anderen moet gaan verdedigen.’

Die opmerking doet me denken aan een recente ervaring met een blogger, zelden heb ik meegemaakt dat iemand vrijwel alles wat ik schreef zo volledig uit z’n verband rukte, humoristische opmerkingen steeds letterlijk nam en telkens om de kern heen draaide. Het heeft me iets voorzichtiger gemaakt in het initiële contact met mensen, dit soort personen zuigt alle energie uit je– Beer knijpt in m’n arm, ‘waar zit je met je hoofd?’ vraagt-ie. ‘Nou, niet bepaald in de wolken’, grinnik ik, ‘een aantal nare herinneringen kwam weer boven, maar laten we aan leuke dingen denken, waar heb jij zin in?’ Hij denkt geen seconde na en roept ‘in honing natuurlijk!’
Marjelle

As Jy Weer Skryf Chris Chameleon (tekst Ingrid Jonker)

Foto Witold Riedel

Meer Beer o.a. in:
‘Wát ga je doen?’
Ik heb zo’n zin in je!
Turkse buurtflarden

Als de rook om je hoofd is verdwenen!

Aangezien ik de afgelopen paar jaar de Volkskrant-bloglayout was gewend, had m’n allereerste kennismaking met WordPress nogal wat voeten in de aarde. Niet alleen deden de widgets niet precies wat ik wilde, er was zelfs eentje spoorloos verdwenen.  Wat ik ook probeerde, de ‘Recente reacties’-widget kreeg ik maar niet boven water. Later bleek dit met de verschillende thema’s te maken te hebben, een optie die niet door mijn Coraline ondersteund werd. Ook het essentiële verschil tussen pagina en bericht werd allengs pas duidelijk nadat ik voor de zoveelste keer pagina- en berichtinstellingen had aangepast en ze tot mijn verbijstering onvermurwbaar op een andere plek bleven staan.

Door het exporteren van m’n Volkskrant-blog naar WordPress gebeurden er onderweg wat vreemde dingen met foto’s, witregels, lettertypen en hoofdletters. Zo kwam ik erachter dat je hier niet even snel een lettertype kunt aanpassen in de  tekst. Sterker nog, je kunt behalve door middel van je themakeuze, paragraaf- of kopinstellingen er zo te zien verder niets aan wijzigen. De optie ‘Typekit Fonts’ sprak me daarom ook aan, een goede manier om aan extra lettertypen te komen. Helaas kreeg ik een foutmelding nadat ik m’n Typekit-ID had ingevuld. Positief is dat de foto’s op WordPress veel meer tot hun recht komen, al ben ik qua mogelijkheden na ‘formaattypen en foto uitlichten’ nu blijven steken bij ‘CSS Class’ en ‘Rand’.

‘Wat moet dat?’

Bij de uitlichtoptie is het onderschrift het enige zichtbare verschil, maar wellicht kijk ik ergens overheen, inmiddels ben ik een beetje duizelig geworden van alle twinkelende knopjes op het Dashboard. Dat hier veel meer kan qua layout, overzichtspagina’s en andere snufjes is onderweg steeds duidelijker geworden, dat er nog een hele hoop te ontdekken en te leren valt ook. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als je ‘Galery’ aanvinkt, welke handige opties zijn er allemaal nog meer… Kortom, de rook is nog lang niet om m’n hoofd verdwenen, maar er gloort wel licht aan het einde van de tunnel.
Marjelle

Limit to your love James Blake

The pros and cons of blogging

Met het einde van het Volkskrant-blog in zicht denk ik terug aan de beginperiode toen ik, bloggroentje nog, in 2008 met ‘Door de doornen naar de sterren‘ m’n schreden op het blogplatform zette. Een van de eerste reacties die ik kreeg is me bijgebleven, ‘Welkom in de wondere wereld van de volkskrantblog-software die alleen maar doet wat je wilt als je hem zachtjes streelt met je muis 😉‘, maar ook andere mensen hebben me een welkom gevoel bezorgd. Dat niet alles louter rozengeur en maneschijn was in die wereld van het bloggen werd me al snel duidelijk.



Om me heen doemden rechts en links
kampen op waarin heuse vetes werden uitgevochten en menig ad hominem je om de oren vloog. Een eindeloze herhaling van zetten waarbij niemand een duimbreed toegaf. Sowieso hou ik van duidelijkheid, liever Jip en Janneke-taal dan elkaar proberen af te troeven met tu quoque’s en dergelijke. Niet alleen Latijnse benamingen zorgden hier en daar soms voor brallerige onduidelijkheid, ook onderhuidse opmerkingen gevolgd door aanminnig kijkende emoticons brachten menigeen in verwarring.

Bepaalde commentaren herinner ik me nog bijna letterlijk, zoals ‘wat een azijnlucht hangt hier opeens‘. Ik weet de namen zelfs nog. Gek dat juist dít is blijven hangen terwijl er veel ergere dingen waren. Ondertussen blogde ik vrolijk verder, want er waren ook een boel positieve reacties. Bovendien kreeg het schrijven mij steeds meer te pakken, niet alleen was het heel leuk om te doen, ik kon er ook m’n ei in kwijt. In m’n infokolom verwoordde ik het toentertijd als volgt: ‘in dit blog heb ik het over de kleine dingen, alles wat in me opkomt en waar ik over wíl schrijven. Soms samen met Beer, soms alleen. De grote dingen – hoewel die grens niet altijd heel duidelijk is – komen misschien later nog aan bod, maar misschien ook niet’.



Een van de dieptepunten was die keer
dat ik midden in de nacht een haatmail kreeg uit onverdachte hoek en letterlijk stond te trillen op m’n benen. Ook de overtreffende trap van kinderachtig heb ik hier meegemaakt, variërend van scheldkanonnades omdat ik niet op iemands blog had gereageerd tot het verkrachten van tekst. Ik was vooral verbaasd over de kleinzieligheid en benepenheid van een aantal bloggers, die dingen deden waar een kleuter zich zelfs kapot voor zou schamen. Maar nog steeds blogde ik onvermoeibaar door, ik kreeg genoeg aanmoediging en ontmoette af en toe een blogger in het wild.

Ook hiervoor gold dat er mooie en minder mooie ontmoetingen bij waren. Sommige mensen presenteren zich op virtueel papier nu eenmaal een stuk warmer en geïnteresseerder dan bij een kop thee heb ik ervaren. Toch heb ik ook daarvan geleerd, al laat m’n gewone intuïtie me zelden in de steek, dat geldt niet voor m’n virtuele intuïtie, na veel vallen en opstaan ben ik mijn blogmensbeeld dan ook steeds meer gaan bijstellen. Inmiddels schrik ik weliswaar minder hard van steken onder water en ronduite leugens, een olifantenhuid zal ik nooit krijgen.



De steun die ik van een aantal mensen in de verhuisperiode heb gekregen is belangrijk voor me geweest. Ik kon elke druppel support gebruiken aangezien ik in een bijzonder roerige fase zat. Toen een week na m’n verhuizing ook nog eens m’n liefste vriend-ooit van de ene dag op de andere uit m’n leven wandelde na ruim twintig jaar lief en leed was dat de druppel. Daar zat ik opeens in m’n eentje in een relatief vreemde grootstad tussen halfuitgepakte dozen vol herinneringen zonder internetverbinding of telefoon. Schrijven was een van de manieren om te overleven in die tijd.

In januari 2009 begon ik genoeg te krijgen van het hele aan- en afbevelingencircus en de vriendjespolitiek en heb ik na ampele overwegingen m’n blog verwijderd, met één druk op de knop losten m’n bijdragen zich in het niets op. Toch begon het blogvirus na een aantal maanden alweer op te spelen. Eind maart ben ik teruggekomen met de toepasselijke blogtitel ‘Het nieuwe komt achter de punt’ en het voornemen me minder druk te maken om azijnpissers en overig virtueel gekrakeel. Ik had er meteen weer plezier in en het was fijn om een aantal mensen terug te zien.

Het bloggen heeft me ook op een aantal andere gebieden gestimuleerd. Geïnspireerd door diverse fotoblogs ben ik anderhalf jaar geleden begonnen met fotograferen. Sindsdien gaan m’n Kodak-camera en ik regelmatig samen op pad. Door het fotograferen ben ik meer door de ogen van een toerist naar Rotterdam gaan kijken en heb ik ontdekt hoeveel moois mijn stad te bieden heeft. Het heeft m’n interesse voor de natuur doen opbloeien, voor het eerst slenterde ik door botanische tuinen en genoot van kinderboerderijdieren. Het gras is lang niet altijd groener aan de overkant wat ondermeer sprookjesachtig verbeeld wordt door de Muizenpolder, maar vlak ook Het Park en de schitterende Kralingse plas niet uit.

De combinatie van bloggen, fotograferen en muziek heeft uiteindelijk tot het ontstaan van een aantal series geleid. ‘Bloggers in beelden‘ was de eerste, vervolgens zagen ‘Dierenmix‘, ‘Filmblik‘ en ‘Live‘-bands het licht. De meest recente serie ‘Beeld van een blogger‘ heeft onlangs haar eigen webstek ‘Beelden van…‘ gekregen, daarin ben ik op zoek gegaan naar de mens achter de avatar en ontmoet(te) ik een blogger in zijn of haar stad. Op het moment dat ik bezig was met nieuwe ideeën voor deze reeks viel de brief van Remarque plots in m’n mailbox. Mijn blogtoekomst is nog onzeker, hopelijk heb ik binnenkort weer genoeg energie om me in het doolhof van mogelijkheden te gaan verdiepen.
Marjelle

Sleep Poets of the Fall


Foto ‘Beer’ Witold Riedel

Naar The pros and cons of hitchhiking Roger Waters

Bloggers in beeld (5) – I want to ride my bicycle

Ik heb zo’n zin in je!

Vannacht moest ik weer om mezelf lachen, ik heb in m’n leven al meer vreemde dingen uitgehaald, sommige vertel ik misschien nog wel een keer, andere niet. Ik stond op het punt naar bed te gaan, deed eerst nog een rondje langs de gordijnen, zette m’n mobieltje uit en gewone telefoon op speechless, wierp nog een laatste blik op m’n pc voordat ik ook die afsloot en klikte vervolgens alle lichten uit. Ik keek op de klok, het was hoogste bedtijd, Beer lag allang op één oor.

Hoe het kwam weet ik niet, maar opeens voelde ik een drang om de ijskast open te doen en stond oog-in-oog met een macaronischotel. Resoluut deed ik de deur weer dicht en liep naar m’n slaapkamer, onderweg hield ik stil, de pasta lonkte, al waren het maar een paar happen, ik moest en zou ze proeven. Toen ik mezelf daar zo zag staan, half vier ’s nachts met één been al bijna in bed smachtend naar macaroni, moest ik lachen. Ik herinnerde me weer die keer in dat verlaten huis ergens op het uitgestorven Franse platteland terwijl het bliksemde en donderde, de telefoon afgesloten leek en de enge kettinghond buiten zich schor gromde, maar dat is een heel ander verhaal en niet echt om te lachen.

Opeens zag ik mezelf teruglopen, het bakje uit de ijskast pakken, de magnetrondeur opendoen, het bakje erin leggen, na het vijfminutenpiepje er weer uithalen en de dampende macaroni op een wit ontbijtbordje scheppen. Ik nam een hap, en nog één en dacht ‘mmm–‘, op dat moment stak een slaperige Beer z’n gapende snuitje om de hoek. Hij kwam kijken wat ik allemaal aan het uitspoken was midden in de nacht. Toen hij mij met een mondvol macaroni zag, bleef hij bijna in z’n gaap steken. Hij keek me aan en riep ‘voel jij je wel helemaal lekker!’ Ik glimlachte en zei ‘ik had er gewoon zo’n zin in.’
Marjelle

Scar Tissue Red Hot Chili Peppers

Foto Witold Riedel

‘Wát ga je doen?’

Beer en ik zitten op de bank, ik op de iets doorgezakte helft, hij aan de andere kant. Ik denk aan het voorstel van m’n docente Frans om deze week ook een woensdagles te volgen omdat ze m’n niveau te hoog vindt voor de dinsdaggroep. Twee lesavonden achter elkaar vind ik wel erg veel en om nu weer midden in een ons-kent-ons-groep te vallen is niet echt m’n favoriete bezigheid al loopt het als een rode draad door m’n leven. Die studie bijvoorbeeld waar ik toentertijd midden in het jaar mee begon, de colleges voor diverse vakken waren allang voorbij waardoor ik een programma-op-maat had met overwegend mondelinge tentamens. De eerste medestudenten zag ik pas na een maand of acht, wat niet in alle gevallen een nadeel bleek.

Allerlei gedachten schieten door m’n hoofd. ‘Beer, ik volg die extra Franse les volgende week wel, want ik moet ook nog naar–‘, en ik mompel iets onverstaanbaars.‘Ik wist niet dat je dan weg was’, reageert hij verbaasd.
‘Ja, ik ga speedd…’, zeg ik binnensmonds.
‘Wát ga je doen?’ roept hij verschrikt en laat bijna z’n theebeker uit z’n pootjes vallen.
‘Speeddaten’, antwoord ik met een inmiddels rood hoofd.


Beer begint te lachen
.
‘Ik wil méé’, zegt hij, ‘ik wil weleens zien hoe je dat aanpakt! Je houdt toch helemaal niet van prietpraat’, vervolgt hij, ‘wat denk je dat je in drie minuten kunt zeggen of horen wat interessant is?’
‘Het was meer een opwelling nadat iemand erover verteld had’, leg ik hem uit, ‘soms moet je dingen doen die je eng vindt, over drempels heen en het leek me ook leuk als een soort van psychologisch experiment. Even wat anders dan in de kroeg hangen, al doe ik dat bijna nooit. De plannenmaakfase vind ik vaak veel leuker dan de doefase’, ga ik door, ‘deze keer vraag ik me ook af waar ik in godsnaam aan begin, ik vind het doodeng.’

Hij knikt instemmend en zegt peinzend
‘een van de eerste vragen gaat waarschijnlijk over werk, heb je erover nagedacht hoe jij in een halve minuut kunt vertellen dat je geen baan hebt zonder dat die ander gelijk wegsprint? En dan heb je nog precies één minuut om te vertellen wat er dan zo leuk aan je is’, zegt hij met een grote grijns op z’n snuitje.

‘Die paar minuten zijn natuurlijk veel te kort om dat soort dingen aan een wildvreemde uit te leggen die geen context kent’, antwoord ik,‘bovendien ben ik soms onhandig eerlijk als het mezelf betreft.’
‘Wat is jóuw eerste vraag?’ informeert hij nieuwsgierig.
‘”Wat bezielt je?” ligt op het puntje van m’n tong, maar dat zég ik natuurlijk niet’, stel ik hem meteen gerust.Misschien neem ik een watertaxi ernaartoe, ik zie me alweer full speed door de haven schuimen. Dat deeltje van de avond is in ieder geval leuk.’
Marjelle

Coldplay

Foto Witold Riedel